Dynamisch energiecontract: perfecte combinatie met een thuisbatterij
Bijna 20 procent van de Nederlandse consumenten wil binnen 5 jaar een thuisbatterij aanschaffen, volgens onderzoek van energiebedrijf Zonneplan. Een van de belangrijkste redenen hiervoor is een dynamisch energiecontract. Hoog tijd om eens in de wereld van dynamische energiecontracten te duiken. Hoe werkt een dynamisch contract precies? Voor welke huishoudens is het geschikt? En waarom is het zo'n goede combinatie met een thuisbatterij?
Wat is een dynamisch energiecontract?
Bij een dynamisch energiecontract zijn de tarieven voor gas iedere dag anders en die voor stroom zelfs ieder uur. Deze dynamische tarieven zijn een dag van tevoren bekend en worden bepaald op de spotmarkt.
De prijs die de consument betaalt, is de prijs die energieleveranciers zelf ook betalen om in te kopen. De energieleverancier loopt minder risico dan bij een vast energiecontract of een variabel contract en daardoor hoeft de consument geen risico-opslag te betalen. Dynamische tarieven zijn vaak dan ook lager dan het landelijk gemiddelde. Volgens de ANWB, dat zich baseert op het landelijk gemiddelde volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), is dat zelfs zo'n 85% van de tijd het geval.
Dat dynamische energietarieven elke dag of elk uur anders zijn, wil overigens niet zeggen dat er geen limiet is. De minimale stroomprijs is -50 cent per kWh en de maximale stroomprijs 4 euro. Die prijzen zijn overigens nog nooit voorgekomen.
Het is mogelijk om alleen een dynamisch contract te nemen voor stroom en een vast of variabel energiecontract voor gas (of andersom). In deze blog gaan we alleen in op dynamische energiecontracten voor stroom.
Wist je dat alle energieleveranciers vanaf 2025 verplicht zijn een dynamisch energiecontract aan te bieden?
Dynamisch energiecontract en zonnepanelen
Hieronder leggen we dit uit voor beide scenario's.
80% of minder van verbruik zelf opwekken
In onze blog "Zijn zonnepanelen nog rendabel?" kon je al lezen dat een gemiddeld huishouden tussen de 3000 en 3600 kWh per jaar verbruikt. Een huishouden dat 3000 kWh per jaar verbruikt en 80% hiervan zelf opwekt, moet 600 kWh afnemen van het net.
Als we uitgaan van de momenteel gangbare kWh-prijs van 0,40 eurocent, betaalt dit huishouden 600 x 0,40 = 240 euro per jaar aan energie.
Als dit huishouden een dynamisch contract heeft, wordt deze stroom ingekocht tegen de inkoopprijs. Deze lag vorig jaar gemiddeld rond de 17 cent. 600 x 0,17 = 102 euro. Dit huishouden kan op jaarbasis dus 240 - 102 = 138 euro besparen. Hoe meer stroom een huishouden moet afnemen van het net, hoe interessanter een dynamisch contract wordt.
30% meer opwekken dan eigen verbruik
Aan de andere kant zijn er ook huishoudens die meer opwekken dan ze zelf verbruiken en hier een terugleververgoeding voor ontvangen.
Een huishouden dat 3.000 kWh verbruikt en 30% meer opwekt, wekt 3.900 kWh op en ontvangt een vergoeding voor de teruggeleverde stroom. Deze vergoeding is echter een stuk lager dan de vergoeding bij een dynamisch contract.
De laagste terugleververgoeding is momenteel 9 cent. Een teruglevergoeding van 9 cent per kWh levert het huishouden uit ons voorbeeld jaarbasis 81 euro op, terwijl dit huishouden met een dynamisch contract de prijs zou ontvangen die op dat moment geldt op de beurs. Uitgaande van de gemiddelde inkoopprijs van 17 cent per kWh van vorig jaar, zou dit huishouden op jaarbasis 153 euro ontvangen.
Aanbieders van dynamische energiecontracten brengen naast een inkoopvergoeding per kWh een vast maandelijks bedrag in rekening. Dit zijn vaste leveringskosten (vastrecht) die je kunt zien als abonnementskosten. Hier vind je de actuele tarieven.
Belangrijk om te weten: aanbieders van dynamische contracten laten de beursprijs zien, maar hier komt nog energiebelasting bovenop. Dit is 17 cent per kWh tot 10.000 kWh.
Bij een beursprijs van 0 euro betalen consumenten dus niet 0 euro maar 17 cent. De elektriciteit is dus pas gratis bij een beursprijs van -17 cent. Onder de -17 cent krijgen de bewoners geld toe om energie te verbruiken.
Andersom ontvangen consumenten bij een beursprijs van 0 euro een terugleververgoeding van -17 cent. Onder de -17 cent kost terugleveren geld.